Criteria woningbouwinitiatieven
Wij bieden ruimte voor nieuwe wooninitiatieven, maar geven ook duidelijke kaders mee. Dit betekent dat er een aantal uitgangspunten geldt bij het beoordelen van nieuwe initiatieven op het gebied van woningbouw, woningsplitsing en functiewijziging naar wonen.
Wilt u een mantelzorgwoning realiseren? Dit kan vergunningsvrij. Kijk voor meer informatie op de pagina over mantelzorgwoningen.
Uitgangspunten woonvisie
De volgende uitgangspunten uit de woonvisie zijn van toepassing.
- Bij nieuwbouw is het uitgangspunt in alle ontwikkelingen: minimaal 28% sociale huur en 32% betaalbare koop (hierin volgen we niet de betaalbaarheidsgrens €390.000 gehanteerd door het Rijk maar de regionale afspraak, om vast te houden aan deze €355.000).
- We bieden ruimte met onze woningbouwprogrammering aan alle doelgroepen, maar blijven onverkort sturen op extra woningen voor ouderen, jongeren en starters en mensen in een kwetsbare positie die zorg en ondersteuning nodig hebben.
- We bieden ruimte aan innovatieve en collectieve woonvormen. We willen hiermee de zelfredzaamheid van mensen bevorderen en tegelijkertijd de diversiteit aan woonmilieus vergroten. We zien de dat de initiatieven en de vraag naar collectieve woonvormen en hofjeswonen toeneemt. Daarom bieden we ruimte aan initiatieven of experimenten op het gebied van vernieuwende woonvormen en het samenwonen ‘onder één dak’.
- Woningen kunnen toegevoegd worden door transformatie, inbreiding, uitbreiding en tijdelijke toevoeging. We gaan hierbij voor een verdeling over de hele gemeente passend bij de lokale behoefte en vraag.
- We zetten in op het maximaal en effectief benutten van bestaande stenen. Dit doen we vanuit onze circulariteitsambities, maar ook om onze woonkwaliteiten die vaak zitten in de karakteristieke en monumentale uitstraling van panden te behouden en te versterken. Dit is belangrijk voor de gemeente Bronckhorst. Vanuit deze gedachte zetten we in op woningsplitsing, optoppen, transformatie van ander vastgoed naar wonen en waar nodig sloop-nieuwbouw.
Afwegingscriteria algemeen
Wij verlenen geen medewerking aan:
- Omzetting van een recreatiewoning naar een permanente woning. In een recreatiewoning mag u niet permanent (vast) of tijdelijk wonen. Alleen in uitzonderingsgevallen mag u een recreatiewoning tijdelijk als hoofdwoonverblijf gebruiken. Hiervoor heeft u een vergunning nodig. Die vraagt u aan bij de gemeente.
- Nieuwbouw op een onbebouwde kavel in het buitengebied. Onder onbebouwde kavel wordt verstaan: een perceel waar nog geen bebouwing aanwezig is en een perceel waar volgens het omgevingsplan geen woning gebouwd mag worden.
- Wij werken niet mee aan Wonen-achter-wonen-situaties. Nieuwe woningen moeten logisch vindbaar en bereikbaar zijn vanuit de openbare ruimte. In beginsel wordt niet meegewerkt aan situaties waar nieuwe woningen ten opzichte van de openbare ruimte achter andere woning(en) zijn gelegen.
De gemeente beoordeelt uw initiatief tijdens stap 1 tot en met 4 aan de hand van de volgende afwegingscriteria.
Volkshuisvestelijke afweging
- Voorziet het initiatief in huisvesting voor een of meerdere van de prioritaire doelgroepen?
- Starters: jongeren tussen 18 en 35 jaar en jonge gezinnen tot 40 jaar, die niet eerder eigenaar van een woning zijn geweest.
- Ouderen die graag de stap willen maken van koop naar huur of naar een kleinere, betaalbare en levensloopgeschikte koopwoning.
- Huishoudens die net te veel verdienen voor een sociale huurwoning, maar relatief weinig mogelijkheden hebben op de koopmarkt (lagere middeninkomens).
- Mensen in een kwetsbare positie, zoals mensen die zorg en ondersteuning nodig hebben.
- Voorziet het initiatief in huisvesting in een of meerdere van de prioritaire segmenten?
- Betaalbare sociale koopwoningen voor starters (< € 250.000,-)
- Koopwoningen in het middeldure prijssegment, ten behoeve van de doorstroming (indicatief: € 250.000,- tot € 355.000,-)
- Sociale huurwoningen (tot de liberalisatiegrens < € 900,07, prijspeil 2025)
- Middeldure huurwoningen (indicatief: < €1184,82, prijspeil 2025)
- Woonzorgaanbod (intramuraal/begeleid wonen)
- Is het initiatief een aanvulling (qua doelgroep, woningtype en prijssegment) op andere (bestaande) woningbouwinitiatieven in het gebied?
Ruimtelijke afweging
- Is er sprake van een inbreidingslocatie? (Hiermee wordt bedoeld 'binnen bestaand 'stedelijk' gebied')
- Doet het initiatief geen afbreuk aan de ruimtelijke kwaliteit, stedenbouwkundige en/of historische structuur van het betreffende perceel en de omgeving?
- Is er een omgevingsdialoog gevoerd en zijn de uitkomsten hiervan positief?
Voorwaarden woningsplitsing
Aan het splitsen van een woning zijn specifieke voorwaarden verbonden.
Als basis gelden bij woningsplitsing (binnen en buiten de bebouwde kom) standaard de volgende voorwaarden:
- Er wordt voorzien in een concrete woonbehoefte. De aanvraag moet daarom door de huidige en toekomstige bewoners gezamenlijk worden ingediend bij de gemeente.
- Voor iedere woning die (permanent) wordt toegevoegd aan de woningvoorraad, betaalt u een financiële bijdrage aan het Fonds Bovenwijks.
Daarnaast geldt nog een aantal specifieke voorwaarden, waarbij onderscheid is gemaakt tussen woningsplitsing buiten of binnen de bebouwde kom.
Woningsplitsing buiten de bebouwde kom
- Woningsplitsing beperkt zich tot het eenmalig creëren van één extra woning binnen de bestaande contouren van een hoofdgebouw, waar reeds een verblijfsobject met een woonfunctie aanwezig is.
- Beide woningen hebben na splitsing een gezamenlijke maximale inhoud van 750 m³. Indien en voor zover het hoofdgebouw ten tijde van de tervisielegging van het ontwerp van het initiatief een grotere inhoud heeft dan 750 m³, geldt de grotere inhoud als maximum.
- Elke woning heeft na splitsing omgevingsplan is toegestaan. Indien sprake is van monumentale bijgebouwen vervalt het recht op 100 m² extra bijgebouwen.
- Waardevolle bouwvormen en karakteristieke elementen van een gemeentelijk of rijksmonument en eventuele (monumentale) bijgebouwen dienen gehandhaafd te blijven.
- Woningsplitsing mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van het woon- of leefklimaat en van de in de omgeving aanwezige functies en waarden.
- Er dient sprake te zijn van een zorgvuldige landschappelijke inpassing; de initiatiefnemer dient hiertoe een door het bevoegd gezag goed te keuren inrichtingsplan te overleggen. Uitgangspunt hierbij is de 'één erf-gedachte'.
Verzoeken om woningvergroting om te kunnen splitsen naar 2 woningen
De gemeente ontvangt regelmatig verzoeken om woningsplitsing waarvoor de bestaande woning wordt vergroot. Bekijk aan welke vorm van vergroting wij wel en waaraan wij geen medewerking verlenen.
Woningsplitsing binnen de bebouwde kom
- Woningsplitsing beperkt zich tot het creëren van één of meer extra woningen binnen de bestaande contouren van een hoofdgebouw (geen vergroting van oppervlakte en bouwvolume), waar reeds een verblijfsobject met een woonfunctie aanwezig is.
- Na splitsing geldt voor de woningen een maximale oppervlakte van 150 m². Indien en voor zover het hoofdgebouw ten tijde van de tervisielegging van het ontwerp van het omgevingsplan Stedelijk Gebied een grotere oppervlakte heeft dan 300 m², dan geldt na splitsing een minimale oppervlakte van 150 m² voor de woningen.
- Elke woning heeft na splitsing recht op maximaal 120 m² aan bijbehorende bouwwerken (bijgebouw, aan- en uitbouw) buiten het bouwvlak.
- Voor de woningen geldt een maximaal bebouwingspercentage, zoals is opgenomen in het omgevingsplan Stedelijk Gebied. Na splitsing mag dit bij de woningen niet worden overschreden en het meerdere moet worden gesloopt.
- Waardevolle bouwvormen en karakteristieke elementen van een gemeentelijk of rijksmonument en eventuele (monumentale) bijgebouwen dienen gehandhaafd te blijven.
- Woningsplitsing mag niet leiden tot onevenredige aantasting van het woon- en leefklimaat en van de in de omgeving aanwezige functies en waarden.
- Er dient sprake te zijn van een zorgvuldige stedenbouwkundige inpassing. In principe geldt dat de woningen na splitsing direct ontsloten moeten zijn op de openbare weg.
- De beleidsregel ‘Parkeernormen Bronckhorst’ is van toepassing. Parkeren moet op eigen terrein worden opgelost.
Voorwaarden woningbouw in het buitengebied
In het buitengebied gelden specifieke voorwaarden. Deze vindt u op de pagina 'Voorwaarden wooninitiatief buitengebied'.
Afwegingscriteria wonen en zorg
Huisvestingsinitiatieven voor wonen en zorg worden aan de hand van de volgende stappen beoordeeld. Voor meer informatie kunt u contact met ons opnemen.
Stap 1: Kwalitatieve toetsing
- Afzetbaarheid: sluit het initiatief kwalitatief aan bij de behoefte van de doelgroep?
- Locatie: is de locatie geschikt voor het realiseren van woningen voor de doelgroep in relatie tot het aanbod in de kern/gemeente of regio?
- Lokaal sociaal beleid: sluit het initiatief aan bij het lokaal sociaal beleid?
- Financiële criteria
Stap 2: Kwantitatieve toetsing
- Is er behoefte aan dit initiatief?
Stap 3: Juridische toetsing
- Beoordeling of er juridische belemmeringen zijn: toets door planjurist van de gemeente
Goed om te weten
- U kunt alleen een aanvraag indienen voor nieuwbouw, woningsplitsing of functiewijziging, wanneer u zelf eigenaar bent van het pand/perceel of de eigenaar een toestemmingsverklaring heeft ingevuld.
- Wij nemen alleen compleet ingevulde intakeformulieren inclusief bijbehorende bijlage(n) in behandeling.
- Een positieve beoordeling bij de intake betekent niet automatisch verlening van de vergunning. Bij de formele aanvraag is vigerend beleid en regelgeving van toepassing.
- Voor iedere woning die (permanent) wordt toegevoegd aan de woningvoorraad, betaalt u een financiële bijdrage aan het Fonds Bovenwijks.
- Als uw initiatief een positieve beoordeling krijgt, kunt u een aanvraag doen voor een omgevingsvergunning/wijziging van het omgevingsplan. Houdt u er rekening mee dat u na het verlenen van de vergunning twee jaar de tijd heeft om de woning(en) te realiseren.
- Het afwegingskader kan op basis van nieuwe inzichten aangepast worden.