Omgevingsplan aanpassen

Let op: Het aantal aanvragen is fors toegenomen. Houdt u rekening met een langere doorlooptijd.

Wilt u grond of gebouwen anders gebruiken dan in het omgevingsplan staat? Dan is het belangrijk om te weten of uw plan past in het omgevingsplan. Is dat niet het geval dan zijn er nog mogelijkheden. Wij helpen u graag om goed voorbereid aan de slag te gaan.

Wat is een omgevingsplan?

In een omgevingsplan is te lezen of een stuk grond bedoeld is voor wonen, winkels, verkeersdoeleinden of juist voor landbouw, industrie, bos etc. Er staat in hoe hoog er gebouwd mag worden en of bestaande gebouwen mogen uitbreiden. De basis voor een omgevingsplan ligt in de Omgevingswet. Het omgevingsplan bestaat uit 3 delen: een toelichting, een verbeelding (kaart) en planregels. Alleen de laatste twee zijn juridisch bindend. Voor het wijzigen van een omgevingsplan is vaak onderzoek vereist. Bijvoorbeeld een bodem- en grondwateronderzoek, flora- en faunaonderzoek of akoestisch onderzoek.

Meer info over de omgevingswet vindt u op omgevingswet.bronckhorst.nl

Past uw plan in het omgevingsplan?

Dan nemen we uw aanvraag in behandeling. Let op: Vaak heeft u ook een omgevingsvergunning nodig. Bijvoorbeeld voor het uitvoeren van bedrijfsactiviteiten. Dan moet het plan aan meer kaders voldoen dan alleen het omgevingsplan, zoals aan het Besluit bouwwerken leefomgeving en welstandeisen.

Past uw plan niet in het omgevingsplan

Het omgevingsplan is bindend. Iedereen moet zich er aan houden, ook de gemeente. Voor een bouwplan dat niet past in het omgevingsplan krijgt u geen vergunning. Maar bij het maken van een omgevingsplan kunnen we vooraf niet alles voorzien.

Soms kunnen we toch medewerking verlenen aan uw plannen. De volgende mogelijkheden zijn er om af te wijken van een omgevingsplan:

  1. Binnenplanse afwijking (omgevingsplanactiviteit)
    Afwijkingsmogelijkheden die zijn vastgelegd in het omgevingsplan zelf.
  2. Buitenplanse afwijking (buitenplanse omgevingsplanactiviteit)
    Afwijkingsmogelijkheden die niet zijn genoemd in het  omgevingsplan.
  3. Tijdelijke afwijking
    Het toestaan van afwijking van het omgevingsplan gedurende een bepaalde periode.
  4. Herziening of wijziging omgevingsplan
    Als het omgevingsplan een aanvraag niet toestaat, er ook geen afwijkingsmogelijkheid van toepassing is en de gemeente toch medewerking wil verlenen. Onder 'Hoe het werkt' leest u de procedure voor het wijzigen van het omgevingsplan.

Hoe werkt het?

Het omgevingsplan aanpassen, hoe gaat dat?

Past uw plan niet in het omgevingsplan en er is geen afwijkingsmogelijkheid binnen het omgevingsplan? Dan kunt u de gemeente vragen om het omgevingsplan aan te passen. Wil de gemeente hieraan meewerken dan krijgt u te maken met:

  • de beleidsmedewerker fysieke leefomgeving (uw contactpersoon)
  • de regiekamer ruimtelijke plannen (adviseert b en w over de plannen)
  • een overeenkomst (met kosten en risico’s)
  • de (stedenbouwkundige) randvoorwaarden voor het project
  • het voorbereidingsplan, dat voor het (bouw)plan moet worden opgesteld
  • een onderverdeling van voorbereidingsplannen in categorie A, B, of C (Zie voor uitleg over de categorieën de tabel hieronder)
  • het veegplan, waarin voorbereidingsplannen voor diverse initiatieven voor (bouw)plannen in een periode worden samengevoegd
  • de procedure die het veegplan moet doorlopen
  • de omgevingsvergunning

Stap 1: Vooroverlegfase

U komt met uw plan bij de gemeente, neem hiervoor contact met ons op via het formulier ‘Bouwplan en omgevingsplan informatie’ (log in met DigiD).Als bij de eerste beoordeling door de bouwtoetser blijkt dat het plan niet past in het omgevingsplan, verwijst hij u door naar een medewerker fysieke leefomgeving (uw contactpersoon). Deze neemt uw plannen met u door en legt uw plan voor aan de Regiekamer. De Regiekamer geeft een voorlopig oordeel over de indeling van uw plan in categorie A, B of C (zie tabel hieronder), waarna uw contactpersoon u informeert over de vervolgstappen.

A-plan en wijzigingsplanB-planC-plan

U zorgt zelf voor het voorontwerp en de daarvoor benodigde onderzoeken en gegevens. Hieruit moet blijken dat uw initiatief mogelijk is en aan wet- en regelgeving voldoet.

U zorgt zelf voor vooroverleg met de omgeving en instanties, zoals het waterschap*. Hieruit moet blijken wat hun standpunten over het plan zijn. Het vooroverleg vindt plaats op basis van het voorbereidingsplan. Van het overleg wordt schriftelijk verslag gedaan. In het verslag moet staan met wie overleg is gevoerd, wat de eventuele opmerkingen zijn en wat daarmee is gedaan.

U zorgt zelf voor het voorontwerp en de daarvoor benodigde onderzoeken en gegevens. Hieruit moet blijken dat uw initiatief mogelijk is en aan wet- en regelgeving voldoet. De gemeente zorgt voor het vooroverleg met de omgeving en instanties, zoals waterschap en waar nodig provincie en rijk. Hieruit moet blijken wat hun standpunten over het plan zijn.

Het vooroverleg vindt plaats op basis van het voorbereidingsplan. Van het overleg wordt schriftelijk verslag gedaan. In het verslag moet staan met wie overleg is gevoerd, wat de eventuele opmerkingen zijn en wat daarmee is gedaan.

De gemeente zorgt voor het voorontwerp en de daarvoor benodigde onderzoeken en gegevens. Hieruit moet blijken dat uw initiatief mogelijk is en aan wet en regelgeving voldoet.

De gemeente zorgt voor vooroverleg met de omgeving en instanties, zoals waterschap en waar nodig provincie en rijk. Hieruit moet blijken wat hun standpunten over het plan zijn.

Het vooroverleg vindt plaats op basis van het voorbereidingsplan. Van het overleg wordt schriftelijk verslag gedaan. In het verslag moet staan met wie overleg is gevoerd, wat de eventuele opmerkingen zijn en wat daarmee is gedaan.

* Bij een A-plan is meestal geen sprake van provinciaal en/of rijksbelang. In voorkomende gevallen kan dit wel aan de orde zijn. In dat geval voert de gemeente overleg met de Provincie Gelderland en/of het Rijk.

Stap 2: Fase principe-verzoek

U krijgt van uw contactpersoon het formulier ‘principeverzoek’, waarmee u aan b en w medewerking vraagt. Ook vraagt u om voor uw plan een overeenkomst op te stellen. Aan de hand van het advies van de Regiekamer besluiten b en w om al dan niet medewerking te verlenen aan uw plannen, en zo ja, onder welke voorwaarden. B en w geven daarbij aan of de wijziging van het omgevingsplan valt binnen de categorie A, B of C. Bij een positief besluit stellen wij een overeenkomst op.

Stap 3: Fase opstellen onderbouwing

Bij een A- en een B-plan is aan u om een onderbouwing op te laten stellen. Hieruit moet blijken dat er sprake is van een evenwichtige toedeling van functies aan locaties. Dit moet u laten opstellen door een deskundig stedenbouwkundig bureau volgens het handboek van de gemeente Bronckhorst. Het handboek staat onder de kop Lokale regelgeving. Ook de onderzoeken moeten door een gecertificeerd bedrijf worden uitgevoerd.

Bij een A-plan moet u ook vooroverleg voeren met instanties, vaak het Waterschap Rijn en IJssel en de omgeving (participatie). Hiervan stelt u een verslag op dat onderdeel vormt van de verdere procedure. Voor de B-plannen voert de gemeente die inspraakprocedure en het vooroverleg met instanties.

Voor een C-plan ligt de regie volledig bij de gemeente. Dat betekent dat het opstellen van het plan, de uit te voeren onderzoeken, inspraak en het vooroverleg met instanties door of in opdracht van de gemeente gebeurt.

Stap 4: Fase ontwerp bestemmingsplan

A. Veegplan

Twee maal per jaar, in april en in oktober, start ‘de locomotief’ voor het wijzigen van het omgevingsplan. Dat noemen we ‘veegplan’, waarin alle initiatieven worden samengevoegd. Elk initiatief is een ‘wagonnetje’ dat aan de locomotief wordt gekoppeld. Daarvoor moeten de ‘wagonnetjes’ uiterlijk 1 april of 1 oktober compleet zijn aangeleverd, technisch en inhoudelijk zijn getoetst aan het handboek én door de gemeente akkoord bevonden zijn. Houd daarmee rekening bij uw planning. Het veegplan volgt de wettelijk voorgeschreven procedure, nl:

  • ter inzage legging als één ontwerp-wijziging van het omgevingsplan, waarin alle initiatieven zijn samengevoegd
  • gelegenheid voor indienen zienswijzen
  • beoordelen zienswijze. Bij zwaarwegende zienswijzen kan de gemeente alsnog moeten besluiten de procedure voor uw plan stop te zetten
  • vaststelling door de gemeenteraad
  • ter inzage legging vastgesteld plan
  • eventuele beroepsprocedure bij de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
  • inwerkingtreding plan

Doorlooptijd

De totale procedure om het omgevingsplan te wijzigen kost tijd en geld. De doorlooptijd voor een bestemmingsplan is al snel 1 tot 1,5 jaar en is afhankelijk van de complexiteit van het plan en het tijdig aanleveren van de benodigde stukken.Let op: Het aantal aanvragen is fors gestegen. Houdt u rekening met een langere doorlooptijd.

Kosten procedure tot wijzigen van het omgevingsplan

De gemeente is verplicht de kosten van de procedure op u te verhalen. Deze zijn globaal onder te verdelen in:

  1. Planontwikkelingskosten (bestemmingsplan, onderzoeken, quickscan)
  2. Grondkosten (aankoop gemeentegrond en bijbehorende werkzaamheden)
  3. Nadeelcompensatie (voorheen planschadekosten). Door wijziging van het omgevingsplan kan iemand schade lijden, bijv. inkomensderving of vermindering van de waarde van een onroerende zaak. Als hiervan sprake is dan is de financiële schade voor rekening van de initiatiefnemer. Een nadeelcompensatie risicoanalyse geeft inzicht in de mogelijke financiële risico’s. Initiatiefnemer moet zich bereid verklaren die kosten in voorkomend geval te voldoen.
  4. Feitelijke kosten (herinrichting openbare ruimte etc.) Deze worden opgenomen in de met u te sluiten overeenkomst. Daarnaast betaalt u voor een plan gemeentelijke leges.
  5. Nota Bovenwijks (omdat een nieuwe ontwikkeling, waarvoor het omgevingsplan moet worden gewijzigd, profiteert van bovenwijkse gemeentelijke investeringen, worden daarvoor kosten doorberekend aan de initiatiefnemer).

Kosten omgevingsvergunning

Tenslotte betaalt u voor uw omgevingsvergunning leges, de tarieven kunt u vinden in de tarieventabel van de legesverordening.

En uw bouwplan?

Als de wijziging van het omgevingsplan in werking is getreden is er geen sprake meer van strijdigheid van uw bouwplan met het omgevingsplan. Nu kunt u een omgevingsvergunning aanvragen en bij verlening hiervan uw plannen realiseren!

Goed om te weten

U kunt vragen het omgevingsplan te wijzigen. Maar u kunt ook vragen om een verandering in een omgevingsplan dat nog niet definitief is.

Aanpassen omgevingsplan dat nog niet definitief is

De gemeente maakt een ontwerp omgevingsplan dat iedereen 6 weken lang kan bekijken. Dit wordt bekendgemaakt op officielebekendmakingen.nl.

Officiële bekendmakingen online inzien

Daarna doet u het volgende:

  • bekijk het ontwerp omgevingsplan bij de gemeente of via Omgevingsloket.nl
  • geef uw mening over het plan (zienswijze). Doe dit binnen 6 weken nadat het is bekendgemaakt
  • de gemeente stelt daarna het omgevingsplan vast. Nu kunt u beroep indienen als u het plan nog steeds wilt veranderen. Doe dit binnen 6 weken nadat het is vastgesteld
  • uw beroep dient u in bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State